De schouder bestaat uit een aantal afzonderlijke gewrichten, pezen, spieren, kapsels, banden en botten die met elkaar moeten samenwerken. Naast het schouderblad en het kop-komgewricht van de bovenarm, zijn er bijvoorbeeld nog het AC-gewicht (verbindt het schouderdak met het sleutelbeen), het SC-gewricht (verbindt het borstbeen met het sleutelbeen) en de CTO (Cervico-thoracale overgang, verbindt de onderste nekwervels met de borstwervelkolom).
Juist omdat de schouder zo groot en complex is, kunnen schouderklachten op veel verschillende plekken ontstaan. Bekende schouderblessures zijn bijvoorbeeld:
- Frozen shoulder;
- Slijmbeursontsteking;
- Beklemming van bepaalde weefsels (bijvoorbeeld van een pees, spier of slijmbeurs) in de ruimte tussen de schouderkom en de kop van de bovenarm. Deze aandoening wordt ook wel impingement genoemd;
- Pijn- en/of bewegingsbeperking door reuma of artrose.